
Inleiding
Zomaar wat algemene bijzonderheden over de herfstexcursie naar Terschelling. Voor een verslag van de belevenissen in het veld zie de bijdragen van John Hermans en Bart Gras.
Zaterdag 15 oktober: in alle vroegte vertrokken we met acht auto’s vanuit Uden naar Harlingen om daar de veerboot naar Terschelling te nemen voor de jaarlijkse herfstvakantie. Voor zes van de 33 deelnemers een nieuwe ervaring omdat het voor hen de eerste keer was. Iedereen was ruimschoots op tijd in Harlingen en een weer schitterende excursie kon beginnen. Het weer viel, ondanks de sombere voorspellingen vooraf, reuze mee. Slechts een paar uur regen in vijf dagen. Het verblijf was bij de Stayokay en daar is het altijd goed toeven. Niet te duur, voldoende en lekker eten en vriendelijk personeel. Bij aan-komst op Terschelling vlug de koffers in de bagagekar van Thijs Knop en een fiets zien te bemachtigen. Altijd een ietwat nerveuze bedoening als de boot leegstroomt en iedereen zo snel mogelijk een fiets wil en liefst een die het doet.

Zaterdag 15 oktober (John Hermans)
Nadat ik ’s morgens vroeg mijn medereizigers had opgehaald reden we naar Harlingen om de boot van 9.30 uur te halen. Verzamelen doen we niet meer, maar al gauw belde Martien me op of ik onderweg was. Zo weet hij vrij snel dat iedereen op tijd in de haven is. Gelukkig hadden we wat tijd over want heel Harlingen zijn ze aan het verbouwen zodat ik de hele binnenstad heb moeten doorkruisen om uiteindelijk bij de haven uit te komen. Uiteindelijk met redelijk weer de boot opgestapt.
Kort voordat we de haven van Terschelling bereiken moet de boot richting zee want daar ligt de vaargeul. Hier zagen we mooi drie Jan-van-genten langs komen, ook iets dat je vanaf de boot nauwelijks ooit ziet. Ook nog even vermelden dat op een mast even buiten Harlingen de Slechtvalk zat en bij Terschelling nog een grote groep Kluten. Pas toen we op woensdag weer naar huis gingen zagen we deze groep Kluten weer. Kortom, het was de moeite waard om de gehele overtocht buiten te staan.
We mochten pas ’s middags naar de jeugdherberg dus nadat we de fiets opgehaald hadden zijn we meteen begonnen met het kijken naar vogels. Bij het ophalen van de fiets zagen we vlakbij in een boom al mooi enkele Goudhaantjes zitten en een Roodborst. Het zouden niet de laatste zijn want overal zagen en hoorden we Goudhaantjes en Roodborsten. Dit zijn allemaal trekvogels uit het noorden waarbij er veel exemplaren zijn die vanuit Scandinavië de oversteek maken naar Nederland en dan bijv. bij Terschelling aan land komen. Onvoorstelbaar dat zo’n klein vogeltje zo’n grote afstand over de zee kan overbruggen. Dit maakt voor mij het vogelen zo leuk.
In de haven zagen we op de rozenbottels weer veel Groenlingen zitten en ik zag nog een Zwartkop wegschieten. Helaas was ik de enige maar enkele dagen later hebben meerdere van ons Zwartkoppen gezien. Ook scharrelde hier een Tapuit rond. We hebben eerst een eind langs de wadkant gefietst waarbij we vrijwel alle gebruikelijke waddensoorten zagen zoals Eiders, Rotganzen, Smienten, Bonte Strandlopers, Rosse Grutto’s en ook enkele Kanoeten. Er zaten zelfs verschillende Kanoeten. Rond half oktober vinden we meestal maar een exemplaar maar dit jaar was dat anders. De Kanoet is een fantastische trekvogel.
Dit jaar is een gezenderde Kanoet in een non-stop vlucht, van arctisch Canada naar de Boschplaat op Terschelling, gevlogen. Dit is een afstand van maar liefst 4000 km. De Kanoet vloog deze afstand in 60 uur wat betekent dat de vogel gemiddeld 66 km/uur vloog.
Na het verkennen van de wadzijde zijn we doorgestoken naar de zee. Ondanks de mist zagen we toch al vrij vlug weer enkele Jan-van-genten vliegen en veel Zwarte Zee-eenden.
Zondag 16 oktober (John Hermans)
Vandaag besloten we om met onze groep langs de wadden richting de Boschplaat te fietsen. We hadden vandaag heel goed weer met weinig wind. Op het industrieterreintje van Terschelling zagen we enkele Boerenzwaluwen en een Zwarte Roodstaart. Dit zijn zo ongeveer de laatste exemplaren die je dit jaar nog zult zien. De Zwarte Roodstaart gaat richting Spanje maar de Boerenzwaluwen gaan nog verder tot Midden-Afrika.
Aangekomen boven op de waddendijk zagen we een aantal Bontbekplevieren tussen de stenen zitten. Zo zijn ze perfect gecamoufleerd. Hoe langer we keken hoe meer exemplaren we telden. Ook was hier weer een Kanoet tussendoor aan het foerageren. Met zijn plompe ronde vorm en een witte oogstreep is de Kanoet goed te herkennen. Je moet echter niet letten op de kleur van het verenkleed want dat verandert gedurende de trektijd van rood naar wit.
We besloten om een groep binnendijks te laten fietsen en een groep buitendijks. Al snel zag de groep binnendijks een Smelleken en werden de anderen gewaarschuwd die op dat moment buitendijks net een Paarse Strandloper zagen. Na eerst het Smelleken met zijn allen bekeken te hebben concentreerden we ons op de Paarse Strandloper. We zagen de Paarse Strandloper van zeer nabij; het is een noordelijke broedvogel die nauwelijks mensen tegenkomt zodat je de Paarse Strandloper dikwijls van zeer nabij kunt bekijken. Zoals gebruikelijk in Nederland, zat deze vogel tussen de rotsblokken. Vooral op de zuidpier van IJmuiden kun je de Paarse Strandloper in de winter in Nederland zien. Ik heb hem dit jaar broedend op Spitsbergen gezien dus heel speciaal om deze vogel in Nederland te zien in de wetenschap dat die waarschijnlijk uit Spitsbergen afkomstig is.
Net voordat we de Boschplaat gingen verken-nen zagen we een doortrekkende Rode Wouw; een niet alledaagse verschijning op de Wadden. Bij ons op de trektelpost Brobbelbies heb je meer kans om deze vogel te zien. Aan de hand van Waarneming.nl konden we naderhand zien dat de vogel eerst op Vlieland was gespot, daarna Terschelling en iets later Ameland.
Enkele personen waren al weer aan het fietsen toen er ‘Goudvink’ werd geroepen. Bij de eerste bosjes van de Boschplaat aangekomen zagen we al meteen enkele Kruisbekken. Daarna zijn we verder de Boschplaat ingelopen maar hier zagen we niet zo veel waarop we besloten om snel onze fiets weer te pakken en richting zee te gaan.
Bij de zee was het nu heel mooi weer, dit betekende dat de Jan-van-genten wel langs kwamen maar heel ver weg boven de zee. Wel zagen we mooi enkele keren langs de vloedlijn Drieteenstrandlopers langskomen. Naast weer de gebruikelijke grote groepen Zwarte Zee-eenden zagen we nu ook langs vliegende groepen Rosse Grutto’s. Dit zijn waarschijnlijk exemplaren die vanuit Siberië nu de Nederlandse wadden binnenkomen. Dikwijls vetten ze hierop om daarna door te vliegen naar de kust van Mauritanië om daar de winter door te brengen.
Ineens zagen we een jager die telkens een groep Kok- en Zilvermeeuwen achtervolgde. Regelmatig ging de vogel op het water uitrusten om daarna ineens weer tussen de meeuwen op te duiken. Hierbij konden we mooi vaststellen dat het om de Grote Jager ging; plomp en op zijn bovenvleugels een dikke witte streep.
Vanaf de zee zijn we door de duinen naar Doodemanskisten gefietst. Dit is ook een zoetwaterplasje bij Terschelling waar we in het verleden verschillende Waterrallen hadden gezien. Deze keer niet maar al snel zagen we hoog voorbij vliegend weer een Ruigpootbuizerd en op het water zaten diverse eendensoorten zoals Slobeend, Smient, Krakeend en Wintertaling.
We hebben als laatste halte de Groene Weide bezocht waar we van dichtbij een zeehond konden zien, die dan ook de volgende dag was gestorven (vandaar dichtbij). ’s Avonds bij het lijsten liet Martien een mooie foto zien van een IJsgors die ze bij de Groene Weide hadden gezien. Kennelijk waren wij niet ver genoeg de Groen Weide opgelopen. Iets dus voor de volgende dag.
Een reis zonder garanties? Wat vogelsoorten betreft misschien, maar een goede sfeer is wel gegarandeerd!
Het is maandag 17 oktober en dat betekent voor de meeste vogelwachters de 3e dag van de herfstexcursie naar de Wadden. Voor mij is het echter de 2e dag, omdat ik een dag later ben aangekomen. Ik kijk door het raam van onze slaapkamer en kijk uit over de Waddenzee. Ik waan me een koning op een 6-persoons-slaapkamer met stapelbedden. Ik zie de voorbijvliegende Tureluurs en Steenlopers, ik hoor Goudplevieren en voor het raam is een Tapuit druk aan het jagen op insecten in het gras. De vogel met witte wenkbrauwstreep boven zijn zwarte masker en zilverblauwe bovendek, dat op weg naar het winterseizoen al flink vaal aan het worden is, blijkt niet alleen. Er zitten nog twee andere Tapuiten. Kijk als dat geen ontwaken is.
Ik begroet John, Arend, Isidro, Ad en William met wie ik de kamer deel. We maken ons klaar voor het ontbijt dat in het Stayokay vanaf acht uur voor ons klaar staat.
Ik sluit me aan bij mijn slaapkamergenoten versterkt met Annemarie, Pieter, Annetje en Henk. We hebben besloten aan de westkant van het eiland te blijven. De rest van de groep is gisteren tot halverwege de Boschplaat geweest en heeft daarbij de oostelijke kant al uitgebreid bekeken.
Als eerste gaan we West-Terschelling in om met name de begraafplaats tegenover het politiebureau te bezoeken. Dit is vooral omdat nog niet iedereen een Bladkoning heeft gezien en hier worden ze eigenlijk dagelijks gezien. Vanaf het Stayokay is het niet ver.<
Bij de begraafplaats aangekomen zetten we fietsen bij de poort neer. Het eerste deel van deze begraafplaats bevat een aantal oorlogsgraven. Ook op Terschelling zijn veel geallieerden gevallen. Opvallend is het graf van een Poolse soldaat, die op Terschelling om het leven is gekomen op 24-jarige leeftijd.
Plotseling hoor ik één keer de roep van de Bladkoning. Ik snel naar de plaats waar het geluid vandaan kwam. Daar zie ik Isidro lopen en een kort moment denk ik dat hij het geluid had afgespeeld om de Bladkoning uit te nodigen zich te laten zien. Isidro wijst echter naar boven. We lopen om en inderdaad daar begint het roepen van de Bladkoningen. Het zijn er twee. Rusteloos bewegen ze zich snel door de toppen van de bomen. Ze zitten nauwelijks twee, drie seconden stil om dan weer een nieuw plekje te zoeken. Toch zijn de saffraangele wenkbrauwstreep, de dubbele vleugelstreep en die prachtig mosgroene bovenkant voldoende om ervan overtuigd te raken dat het Bladkoningen zijn. Het bijzondere van deze ca. tien cm lange vogeltjes is dat de meerderheid vanuit de Siberische taiga’s naar de tropische en subtropische delen van Azië vliegt. Bijna elk jaar zien we (vooral op de Waddeneilanden) echter een klein aantal Bladkoningen opduiken die dus 180 graden de andere kant op zijn gegaan. Dit staat bekend als ‘reverse migration’ (omgekeerde migratie zeg maar). Naar verwachting komt dit door genetische afwijkingen bij deze exemplaren, maar zeker is dat nog niet. En dat soort vogeltjes zien wij bij deze herfstexcursie naar Terschelling met eigen ogen.
We willen nu verder naar een hoog duin bij paal drie. Vandaar schijn je een fantastisch uitzicht te hebben over de hele westkant van het eiland. We fietsen via een fietspad langs de Kroonpolders. De polders met hun kreken zijn altijd goed voor een diversiteit aan weidevogels, steltlopers en watervogels. Ook nu zijn er Watersnippen, Wintertalingen, Rosse Grutto’s, Blauwe Reigers, Kieviten en een Grote Zilverreiger te zien. Een echtpaar vraagt waar we naar kijken. We laten hen door de telescoop kijken. Ze vertellen opgewekt dat ze om die reden al 20 jaar op Terschelling komen en delen onze interesse. “Kijk daar verderop kunnen jullie je fietsen neerzetten en dan kun je via een lang wandelpad zo doorsteken naar de zee bij paal drie. Ehhh.. je kunt beter het duin niet oplopen, die is namelijk erg steil”. We bedanken hen en pretenderen dat we het laatste niet gehoord hebben.
Via het wandelpad komen we inderdaad bij een bijzonder hoge duin. Een echte kuitenbijter. Jong van hart als we zijn willen we die natuurlijk wel slechten. We laten het aan ieder voor zich over om te besluiten of ze omhoog willen. De hartslagen gaan omhoog, maar we laten ons niet kisten. Uiteindelijk staat de hele groep bovenop het duin. Jammer genoeg werkt het weer niet helemaal mee en hebben we een beperkter uitzicht dan we hoopten. Toch kunnen we de Drieteenstrandlopers, Zwarte Zee-eenden en Rosse Grutto’s nog prima zien. Plotseling vliegt er een groep van vier vogels over ons heen met een roepje dat ik niet direct herken. William denkt dat het Strandleeuweriken zijn. We luisteren de trekroep na en dat lijkt er inderdaad verdraaid veel op. Ze vlogen richting het Groene Strand dus is het goed daar straks nog eens op zoek te gaan.
Dan komt het grote voordeel van een grote klim: een dito grote afdaling. Op de automatische piloot dalen we naar beneden. Tijdens de afdaling zie ik rechts boven de duinen nog een vrouwtje Blauwe Kiek vliegen. Op weg naar de fietsen komen we een stel met jonge kinderen tegen. Met verrekijkers. Volgens de man zit er op het meer een aparte eend. We nemen een kijkje en jawel hoor. Prachtig in vol ornaat zwemt daar een Zwarte Zee-eend op slechts enkele tientallen meters van ons. Zo mooi zien we deze eend meestal niet.
Dan stappen we op de fiets naar Doodemanskisten. Deze bijzondere naam hoort toe aan een meer ontstaan in de duinen. Het ontstaan is niet zeker, maar een veel gehoorde verklaring is dat het een ingesloten zeearm is. Bij Doodemanskisten aangekomen zijn er wat Wilde Eenden, Krakeenden, Kuifeenden en Grauwe Ganzen te zien. Een Stormmeeuw vliegt loom over ons heen. Maar opeens ziet John aan de overzijde een Ruigpootbuizerd vliegen. Duidelijk zijn de zwarte polsvlekken en de zwarte eindband van de staart te zien. Als de vogel even later een rondje maakt is ook duidelijk de witte stuit te zien. Mooi dat we die nog opgepikt hebben.
We besluiten maar eens af te zakken in de richting van de Stayokay en daarbij de jachthaven en de Dellewal goed af te speuren. We hopen hierbij dat het voldoende laagwater is voor steltlopers om in de geulen op het wad te foerageren. We zien Wulpen en Tureluurs, maar missen de Groenpootruiter en Zwarte Ruiter waar we op gehoopt hadden. Ik ben opeens de groep door onoplettendheid kwijt. Dan maar op eigen inzicht naar de Stayokay.
Alhoewel het al over vieren is, is er nog voldoende licht om te vogelen. Ik besluit nog even de Waddenzeedijk verder af te rijden. Dan zie ik ineens een Bonte Kraai in de weide. Ik bel naar Arend om de groep in te seinen. Dan vliegt de Bonte Kraai weg richting het wad. Wat me al wel opviel is dat de bef van de Bonte Kraai spikkels grijs vertoonde, dat kan vaak duiden op een hybride met een Zwarte Kraai. Als de rest van de groep aankomt besluiten we het wad nog even af te speuren. Daar zit de Bonte Kraai inderdaad en we besluiten samen dat het een hybride is.
Als we het wad verder afspeuren zien we nog een Middelste Zaagbek op het zeewater dobberen en een paartje Brilduiker. Magnifiek. Het mannetje is aan het baltsen en gooit daarbij telkens plotseling zijn kop achter in de nek en laat dan zijn baltsroep horen.

We besluiten vandaag met dezelfde ploeg op pad te gaan als de vorige dag. We gaan eerst naar een meertje kijken waar in het verleden al eens toppers hebben gezeten. Als we aankomen zitten er Wilde Eenden, Meerkoeten, Krakeenden, Waterhoenen en Wintertalingen.
Wat meer bijzonder is zijn de kleuren van de luchten boven ons. Regen lijkt ons niet bespaard te worden. Een snelle blik op, naar gelang de voorkeur van de smartphonebezitter, buienradar; weeronline of buienalarm laat er geen twijfel over bestaan. Dit wordt een heftige bui, maar wel kort. We gaan op zoek naar een schuilplaats en vinden die bij het vakantiepark vlakbij het poeltje.
Het afdak bij de receptie biedt voldoende plaats aan iedereen. Hier sluit Frank zich aan. Geen vogelwachter, maar een collega/baas van William die graag een stukje met ons optrekt. Pieter en Isidro laten zich niet door het weer dwingen en lopen nog over het terrein. Isidro komt met een forse, oranjerode wants terug met lange voelsprieten. Pieter kan die snel op naam brengen: het is een Bladpootwants, een exoot die oorspronkelijk uit Amerika komt en zijn naam dankt aan het onderbeen van de achterste poten die bladvormig is. Verhalen van de anderen over avonturen tijdens hun vroegere vakanties doen de tijd snel voorbij gaan.
Als het droog is klimmen we weer op de fiets. Het gaat in een rustig tempo om de omgeving goed in ons op te kunnen nemen en de kleinste beweging van aanwezige vogels op te vangen. Al snel is het raak. In een weiland met een soort volkstuin zitten verschillende lijsterachtigen. We zien Koperwieken en Kramsvogels. Achterin lopen Grote Lijsters te pikken in de grond. Achter ons is een weiland vliegt een Witgat omhoog uit een nevelig slootje.
We zetten koers richting de Noordzee om daarna naar het westen te rijden. Dan vliegt er roepend een Veldleeuwerik over die, zoals dat in vaktermen heet ;-), strak doorgaat naar zuid. We zijn bijna aan zee en maken even een uitstapje naar paal acht, dichtbij paviljoen West Aan Zee. We kunnen een heel eind doorlopen over het strand omdat het laagwater is. Bijna alsof het zo ontworpen is ligt aan de zee een zandverhoging. Als we hier met onze telescopen op gaan staan hebben we een redelijk uitzicht over zee.
En wat mooier is, er is de nodige zeetrek. Erg veel Zwarte Zee-eenden in hun karakteristieke lijntjes vlak boven de golven. Dan plonst er ineens verticaal uit de lucht een vogel de zee in. Even later komt er een Jan-van-gent uit het water omhoog. Diverse Roodkeelduikers trekken langs de horizon. Voor de liefhebbers zitten er grote wolken meeuwen achter de vissersboten op zee. Helaas zitten er geen jagers achteraan, die proberen de vangst van een meeuw af te pikken. Toch is het zicht niet erg ruim, de meeste zichtbare trek zit hooguit op enkele honderden meters uit de kust.
Na ons gelaafd te hebben aan de zeetrek gaan we weer verder naar het westen van het eiland. Het is al voorbij twaalven en voor vanmiddag is er zeer slecht weer met zware buien voorspeld. Toch doen we nog even de oude volkstuintjes aan op ‘de West’. Door de grote variatie aan vegetatie en ecosystemen zitten hier vaak verassende vogels. Als we door het gebied wandelen is er een Keep die zich uitgebreid wil laten fotograferen.
We vertrekken naar het Groene Strand. Een plek die is ontstaan toen de Noordsvaarder (zandplaat) aan het eiland vastgroeide. Nu is het een mooi kweldergebied met veel brakwaterplanten waarbij ook Zeekraal en Zeeaster te vinden zijn. Je kunt er doorheen kuieren en het is een geliefd terrein waar vogels foerageren. We lopen het gebied in en zien naar het westen over zee het buiengebied onze kant opschuiven. Dan horen we ineens IJsgorzen. Ze vliegen over ons naar het wad. Een grote groep vogels vliegt erachteraan. Al snel is het geel op de kop te zien. We hadden erop gehoopt en het zijn inderdaad Strandleeuweriken. De groep telt zeker twaalf exemplaren met daarbij vier IJsgorzen. Ze laten zich telkens kort zien om dan weer achter de begroeiing te duiken. Het weer noopt ons echter om weer op de fiets te kruipen.
Maar we hadden ook Pieter en Annemarie bij ons. En zij zorgden voor een heus college in de jeugdherberg. Nooit geweten dat geluid een rol speelt bij het overleven van de rupsen van blauwtjes in de mierenkolonie waar ze huizen. Er bestaan zelfs geluidsopnamen van de verschillende soorten geluiden. Kijk dat laat het hart van een geluidsman nou sneller slaan. We hebben gehoord hoe je de poep van Bruine Beren kunt laten drogen aan de trekhaak van de auto. Dat is nog eens je horizon verbreden. Ik heb erg genoten van een middagje capita selecta.
Deelnemers:
Henk Arnoldussen, Ad Bekkers, Willie Bergmans, Petra Bremer, Pieter van Breugel, Tiny van Boekel, Annemarie van Diepenbeek, Ad Donkers, Martien van Dooren, Annetje Elfrink, Dieny Fleuren, Bart Gras, John Hermans, Wil van Hout, Conny Koenen, Jan Nabuurs, Theo van Oort, Isidro Rendon, Harrie Rooijakkers, Ton Smits, Toos Snijders, William van de Velden, Theo Veldpaus, Marga Verduin, Hermien Verkuilen, Lambert Verkuilen, Arend Vermaat, Dorien Versteegden, Theo Versteegden, Peter Vlamings, Tonny Vlamings, Ruut Westerbeek, Ad van Zutphen.
Waargenomen soorten:
Aalscholver, Bergeend, Barmsijs, Bladkoning, Blauwe Kiekendief, Blauwe Reiger, Boerenzwa-luw, Bontbekplevier, Bonte Strandloper, Boom-kruiper, Boomleeuwerik, Brandgans, Brilduiker, Buizerd, Drieteenstrandloper, Eider, Ekster, Fazant, Fuut, Gaai, Gele Kwikstaart, Goudhaanje, Goudplevier, Goudvink, Graspieper, Grauwe gans, Groenling, Groenpootruiter, Grote Bonte Specht, Grote Gele Kwikstaart, Grote Jager, Grote Lijster, Grote Mantelmeeuw, Grote Zee-eend, Havik, Heggemus, Holeduif, Houtduif, Houtsnip, Huismus, Hybride Bonte/Zwarte Kraai, IJsgors, IJsvogel, Jan-van-gent, Kanoet, Kauw, Keep, Kievit, Kleine Mantelmeeuw, Kluut, Kneu,
Kokmeeuw, Kolgans, Koolmees, Koperwiek, Krakeend, Kramsvogel, Kruisbek, Kuifeend, Meerkoet, Merel, Middelste Zaagbek, Nijlgans, Oeverloper, Oeverpieper, Paarse Strandloper, Pijlstaart, Pimpelmees, Putter, Rietgors, Ringmus, Rode Wouw, Roodborst, Roodborsttapuit, Roodkeelduiker, Rosse Grutto, Rotgans, Ruigpootbuizerd, Scholekster, Sijs, Slechtvalk, Slobeend, Smelleken, Smient, Sperwer, Spreeuw, Staartmees, Steenloper, Stormmeeuw, Strandleeuwerik, Tafeleend, Tapuit, Tjiftjaf, Topper, Torenvalk, Tureluur, Turkse Tortel, Veldleeuwerik, Vink, Visdief, Waterral, Waterhoen, Watersnip, Wilde eend, Winterkoning, Wintertaling, Witgat, Witte Kwikstaart, Wulp, Zanglijster, Zeekoet, Zilvermeeuw, Zilverplevier, Zwarte Mees, Zwarte Roodstaart, Zwarte Ruiter, Zwarte Zee-eend, Zwarte Kraai, Zwartkop
Martien van Dooren Het verslag is ook te downloaden
© Vogelwacht Uden e.o.