Het broedsucces van de Uilen in 2024
Zoals vorig jaar al werd vermeld is door het ontstaan van de gemeente Maashorst ons werkgebied uitgebreid met Reek, Zeeland en Schaijk. Je ziet in dit verslag de eerste resultaten van deze nieuwe plaatsen maar vooral eind 2024 en begin 2025 hebben we in de nieuwe gebieden verschillende kasten bijgeplaatst. Ik verwacht dat tijdens de controles in 2025 we dit gaan zien in de resultaten. Vooral doordat Chris nu in deze nieuwe plaatsen met Erven Plus bezig is zie je dat er op diverse plaatsen Kerkuilen- en Steenuilenkasten mogen worden bijgeplaatst.
Kerkuil
Het aantal broedende Kerkuilen in ons gebied is nog steeds aan de magere kant maar met 17 broedparen en 43 jongen is dit beter dan vorig jaar, waarbij we 14 paar telden met 32 jongen. Vooral Uden, met maar een paar die zelfs geen jongen hebben voortgebracht, scoort slecht. Wel zien we nu, begin 2025, op diverse plaatsen Kerkuilen, dus de hoop is dat 2025 weer een beter jaar wordt. We hebben afgelopen jaar ook behoorlijk wat nieuwe kasten geplaatst dus hier hebben we nu ook meer kans. Wel is het zo dat het meestal een aantal jaren duurt voordat er een Kerkuilenpaar in gaat broeden maar dan is het dikwijls ook wel voor meerdere jaren achter elkaar.
Regio | Broedsucces | Jongen |
Erp / Keldonk | 8 paar | 25 |
Uden | 1 paar | 0 |
Mariaheide / Veghel | 3 paar | 7 |
Schaijk | 2 paar | 4 |
Odiliapeel, Volkel | 1 paar | 2 |
Zeeland | 1 paar | 4 |
Nistelrode | 1 paar | 1 |
Totaal | 17 paar | 43 |
Steenuil
In onze omgeving hebben er in 2024 beduidend minder Steenuilen gebroed dan in 2023; 66 paar ten opzichte van 74 paar in 2023. Ook zijn er behoorlijk minder jongen grootgebracht; 143 jongen ten opzichte van 215 jongen in 2023. Dit is in tegenstelling met het aantal broedparen in Noord-Brabant dat met 1696 paar zelfs iets toenam ten opzichte van 2023; 1689 paar. Vooral rondom Uden zijn er minder Steenuilen gaan broeden; in 2023 nog 28 paar, in 2024 19 paar. De winter van 2023 en het voorjaar van 2024 werd gekenmerkt door een enorme hoeveelheid regen. Hierdoor waren er beduidend minder muizen aanwezig maar schakelden veel Steenuilen over op het eten van regenwormen. Hierdoor is de stand nog enigszins op hetzelfde niveau gebleven maar je ziet in onze regio dat dit niet het geval was. Kennelijk zijn de Steenuilen bij ons minder in staat om over te schakelen op ander voedsel.
Een andere oorzaak kan de toenemende verstedelijking zijn rondom Uden waar de Steenuil zich minder thuis voelt. We zullen de komende jaren zien of deze trend zich blijft voordoen. Daarom is het maar goed dat we voor elkaar hebben gekregen dat er compenserende maatregelen (lees nieuw natuurgebied) komen voor het verdwijnen van de Steenuil rondom het bouwplan Niemeskant. Hier broedt al jarenlang een koppeltje Steenuilen maar door de nieuwbouw die nu gepland is zal dit paar over enkele jaren hier geen voedsel meer kunnen vinden.
Regio | Broedsucces | Jongen |
Erp / Keldonk / Boerdonk | 17 paar | 34 |
Uden | 19 paar | 43 |
Mariaheide / Veghel / Vorstenbosch | 9 paar | 14 |
Nistelrode | 2 paar | 5 |
Odiliapeel, Volkel / Zeeland | 19 paar | 47 |
Totaal | 66 paar | 143 |
Oehoe
Sinds 2016 broedt ook de Oehoe in de gemeente Maashorst. In 2024 hebben in de gemeente Maashorst 4 paren gebroed en net buiten onze gemeente nog een paar. Een broedsel is mislukt meer de overige 3 paren hebben allemaal 3 jongen weten groot te brengen, 9 jongen dus totaal. Doordat de Oehoe nog steeds een zeldzame broedvogel is en bovendien ook nog gevoelig voor verstoring is zullen we alleen maar totaal aantallen en jongen doorgeven. In 2024 werden er 101 territoria in Nederland vastgesteld. Niet in alle territoria zullen ze gebroed hebben maar ongetwijfeld zullen er ook een aantal territoria gemist zijn zodat we kunnen stellen dat er meer dan 100 broedparen in 2024 in Nederland gebroed hebben. Dit betekent dat in 3 jaar tijd de populatie verdubbeld is. In Noord-Brabant hebben er in 2024 minstens 19 paren gebroed.
Zie hier het volledige verslag.
John Hermans, namens de werkgroep Uilen