Boomvalk, Falco subbuteo, L 28-35 cm

Boomvalk | Falco subbuteo
Boomvalk | ©Toy Janssen

Herkenning

Vergeleken met de Torenvalk is de ‘gespierde’ Boomvalk sneller. De Boomvalk heeft nog spitsere vleugels en een iets kortere staart. In tegenstelling tot de Buizerd, Havik, Sperwer en Torenvalk is de Boomvalk geen blijver in Nederland. Alleen van april tot in september is de Boomvalk in Nederland te bewonderen. Buiten deze tijd hoef je dus geen moeite te doen om een Boomvalk te herkennen. Verder kun je een Boomvalk van grote afstand herkennen door zijn witte wangen die sterk contrasteren tegen de rest van zijn overwegend donkergrijze bovendelen en kop. Van dichtbij zie je dat de Boomvalk een baardstreep heeft. Een Slechtvalk heeft ook wite wangen en een baardstreep, maar is veel robuuster gebouwd. Van onderaf gezien is een Boomvalk licht getekend, met zwarte vlekken (veel lichter als een Torenvalk) en hij heeft een rode onderbuik, die niet altijd goed te zien is. De Boomvalk “bidt” niet zoals een Torenvalk.

Biotoop

Een open of halfopen landschap, parkachtig maar ook heide of moeras. Voor nest wordt vaak in oud kraaiennest gebruikt, meestal in een boom, maar ook wel in hoogspanningsmast. Weet concentraties van libellen te vinden.

Voedsel

De Boomvalk zoekt zijn voedsel in verschillende gebieden, zoals bossen, moeras, cultuurland en zelfs bebouwde kommen. Onder de in Nederland broedende roofvogels kan de Boomvalk een spectaculaire jager worden genoemd. Met zijn lange, spitse vleugels is de Boomvalk in staat moeiteloos te zweven en razendsnelle stootduiken uit te voeren. Boomvalken bejagen hun prooi bij uitstek in de open lucht. Tot zijn prooidieren behoren snelle vliegers, zoals de zwaluwen. Verder pakt hij piepers, kwikstaarten, leeuweriken en Spreeuwen. Ook eet hij allerlei insecten met name libellen. Boven moerassen zie je dikwijls Boomvalken op libellen jagen. Als hij er een gepakt heeft, worden de vleugels verwijderd waarna de libel wordt opgegeten, dit allemaal vliegend.

Broeden

De Boomvalk heeft zijn nestplaats meestal in de top van een boom. Hiervoor worden oude kraaiennesten gebruikt. Zo'n 20 jaar geleden hoefde er geen twijfel te bestaan of een broedplaats in het voorjaar bezet was door Boomvalken of niet. In de vroege ochtend schalt het schelle ‘kji-kji-kji’door het bos. Tegenwoordig maken Boomvalken veel minder geluid bij het nest. Omdat de Boomvalk een trekvogel is wordt er pas laat begonnen met broeden. De meeste Boomvalken beginnen begin juni met het leggen van ongeveer 3 eieren. Gemiddeld vliegen hiervan 2,3 jongen uit na 4 - 5 weken. Na het uitvliegen blijven de jongen nog minstens 2 - 3 weken in de buurt van het nest, soms zelfs een maand. Na het broeden vertrekken de Boomvalken in september naar hun overwinteringsgebied in zuidelijk Afrika, ongeveer 8000 km ver. Jammer genoeg worden ze tijdens de trek in de Middellandse Zee met grote aantallen afgeschoten. Gemiddeld genomen wordt een boomvalk 2 tot 3 jaar oud.

Aantallen in Nederland

De Boomvalk is tot 10 jaar geleden ontegenzeggelijk in aantal toegenomen, maar de laatste tijd gaat het hard bergafwaarts. Op dit moment (2017) broeden er in Nederland ongeveer 450 - 700 paren.

Aantallen in onze omgeving

De Boomvalk broed in onze omgeving met 1- 5 paar. De nesten zijn soms lastig te vinden, de Boomvalken hier in de omgeving zijn veel stiller dan 20 jaar geleden, waarschijnlijk omdat ze niet op willen vallen bij andere roofvogels. Soms wordt er in een hoogspanningsmast gebroed.

Boomvalk | in de Brobbelbies | Peter van de Braak
Boomvalk | in de Brobbelbies | Peter van de Braak
Boomvalk | in de Maashorst | Peter van de Braak
Boomvalk | in de Brobbelbies | Peter van de Braak