Bosrietzanger, Acrocephalus palutris, 13 - 15 cm

Bosrietzanger | Acrocephalus palutris
Bosrietzanger ©Toy Janssen

Herkenning

De Bosrietzanger is een vogel die je kunt plaatsen onder de moeraszangers. De meeste moeraszangers zijn bruin en onopvallend zoals de Grote en Kleine Karekiet, de Snor, de Sprinkhaanzanger en de Rietzanger. De Bosrietzanger is ook een onopvallend vogeltje. Hij is in de vlucht niet te onderscheiden van de Kleine Karekiet en is iets kleiner dan een Huismus. De bovendelen zijn bruin, de onderdelen zijn roomkleurig. Heeft een rond vriendelijk kopje met een lichte oogring en een vage oogstreep. Het is een echte zomervogel die rond eind april terug komt uit Afrika. Hij overwintert in oostelijk Afrika en komt dus naar ons land om te broeden. Eind september trekt hij dan weer terug. Het is een waar meesterwerk wat hij verricht. Hij vliegt dan wel niet in een keer naar Oost Afrika zoals de Rietzanger dat doet, maar hij maakt toch ook die enorme reis van duizenden kilometers (7.500 kilometer). Ze maken een tussenstop op het Iberische schiereiland voor dat ze de Middellandse zee en de Sahara oversteken. Veel vogels maken één of meerdere tussenstops tijdens de trek.

Biotoop

Leeft veel in het riet, maar dan liefst riet op droge grond. Hij heeft ook graag struiken en stevige opgaande kruiden in zijn broedgebied (brandnetel, moerasspirea, fluitenkruid, wilgenroosje, koninginnenkruid) en wilgenbosjes. Bomen of hoge struiken zijn nodig als uitkijk/zangpost.

Geluid

De zang is zeer gevarieerd en hij heeft ook de zang van de Kleine Karekiet in zijn repertoire. Daarom kun je deze vogels nog wel eens verwisselen, maar de Bosrietzanger heeft veel meer variatie in zijn lied. Hij kan verschillende vogels imiteren. Het klinkt haastig, opgewonden en soms krassig. Veel van de geluiden leert hij de eerste winter in Afrika en laat ze dan bij ons horen.

Voedsel

Zoals bijna alle zomervogels eet de Bosrietzanger voornamelijk insecten.

Broeden

Hij broedt in moerassen en maakt vaak zijn nest in de vegetatie (niet in het riet). Dit nest is dan tussen de stengels geweven. Het is goed verborgen, het is ondiep en niet al te groot. Gemiddeld brengt de Bosrietzanger slechts 55 dagen op zijn broedplek door. De rest is hij onderweg of in Afrika. Er worden vier of vijf eieren in het nest gelegd. De Bosrietzanger broedt één, soms wel twee keer per jaar en het broedsucces ligt hoger dan bij andere vogels.

Aantallen in Nederland

60.000 - 100.000 broedparen.

Aantallen in onze omgeving

Broedt onder andere in het Annabos en op Kooldert, met kleine aantallen. Rond Veghel iets algemener, vooral als de ruigte op wat vochtiger grond staat.